Drachtplanten

Drachtplanten

Drachtplanten zijn planten waarop bijen stuifmeel of nectar of beide verzamelen. Alle drachtplanten samen vormen de bijenweide. Ieder gebied heeft zijn specifieke voedselplanten; samen vormen ze de dracht.

Het drachtgebied is het areaal dat door de bijen wordt bevlogen. De grootte daarvan wordt bepaald door het vliegbereik van bijen en de dichtheid van de drachtplanten. Bij een zeer lage dichtheid en onder goede weersomstandigheden kunnen bijen tot op 8 km afstand nog voedsel verzamelen. Als het koud en winderig is, zullen bijen slechts in een klein gebied voedsel zoeken.

Ieder drachtgebied heeft zijn specifieke perioden waarin de voedselplanten in bloei staan, drachtseizoenen. De lengte van een drachtseizoen wordt bepaald door de duur van de aaneensluitende bloeiperioden van de drachtplanten. In onze streken kunnen de volgende drachtseizoenen worden onderscheiden: de voorjaarsdracht, de zomerdracht en de late dracht. Tussen de drachtseizoenen kan er een periode zijn waarin er weinig of geen drachtplanten in bloei staan. In een drachtloze periode (drachtpauze) worden de bijenvolken in hun ontwikkeling geremd. Om dit te voorkomen, is het noodzakelijk tijdens zo'n drachtpauze de bijen te voeren, of ze te verplaatsen naar een geschikt drachtgebied. Op langere termijn kunnen drachtpauzes ondervangen worden door verbetering van de bijenweide, door inzaaien of aanplanten van drachtplanten.

De drachten worden ook wel vernoemd naar de hoofddrachtplant. Zo is er de fruitdracht en koolzaaddracht in het voorjaar en de heidedracht in het najaar.
Met stadsdracht wordt de bijenweide in een grote plaats of stad bedoelt. Steden en dorpen hebben tuinen en plantsoenen, waarin bijenvolken voedsel kunnen vinden.

Op initiatief van imkers zijn op  meerdere plaatsen drachtplantentuinen aangelegd, meestal gecombineerd met een bijenstal. Hoewel zo'n drachtplantentuin bijdraagt aan de verbetering van de bijenweide, heeft hij over het algemeen een educatief karakter.

Iedere imker zou de directe omgeving van zijn bijenstand drachtplanten moeten zaaien of aanplanten.
Reactie plaatsen