Afgekoeld broed ontstaat vooral in het voorjaar, wanneer de natuurlijke sterfte van de winterbijen optreedt. Door ongunstige weersomstandigheden en Nosema kan het aantal bijen in het bijenvolk sterk verminderen. Hierdoor kan niet meer het gehele broednest verwarmd worden en zal het broed aan de buitenkant van het nest afkoelen en sterven. In het broednest van een normaal functionerend bijenvolk wordt een temperatuur van 35 graden Celsius in stand gehouden. Afgekoeld broed kan ook voorkomen als een imker, ten opzichte van het aantal met bijen bezette ramen, te veel ruimte aan een bijenvolk geeft. Afgekoeld broed word vaak aangetast door de kalkbroed (Ascosphaera apis). Het gestorven broed wordt door de bijen verwijderd. Het optreden van afgekoeld broed veroorzaakt extra werk voor de bijen en betekend een verzwakking van het volk. De kortdurende afkoeling van het broed tijdens een inspectie van een bijenvolk heeft meestal geen nadelig effect.