Kwade moer

Van een bijenvolk dat, in tegenstelling tot de overige volken op de stand, erg steeklustig is en zich daardoor moeilijk laat behandelen, wordt gezegd dat het een kwade moer heeft.

Bij een minder geslaagde combinatie van koningin en darren zijn steeklustige werksters het resultaat. Een steeklustig volk is erg hinderlijk en kan bovendien bij de buren irritaties opwekken. Daarom wordt een kwade moer zo snel mogelijk te vervangen.

Met een kwade moer kan ook een koningin bedoelt worden die haar broednest belegt met onbevruchte eitjes, wat resulteert in bultbroed. Hier is sprake van een onbevruchte of darrebroedige koningin.

Als bijen tijdelijk onbehandelbaar en steeklustig zijn kan dat ook toegeschreven worden aan:

• koud en regenachtig weer (de bijen kunnen dan niet uitvliegen);
• een bepaalde dracht, bij voorbeeld kool- en mosterdzaad;
• opkomend onweer;
• onjuist handelen door de imker;
• een drachtloze periode.

In deze gevallen gaat het niet om een kwade moer.