Koninginnen telen is streven naar gezonde koninginnen die lichamelijk volwaardig zijn en prettige eigenschappen hebben. Mijn belangrijkste criterium is zachtaardigheid. Geen of weinig zwermlust en een goede honingopbrengst staan op de tweede en derde plaats. Elk jaar gebruik ik jonge koninginnen om hoofdvolken te verjongen of het aantal bijenvolken uit te breidden. Koninginnen telen is de sleutel tot succesvol bijenhouden.
Teeltvolk
Als teeltvolk kies je een volk dat geen negatieve eigenschappen heeft. Heb je op je bijenstand een volk, dat uitblinkt in honingopbrengst, zwermtraagheid of andere gewenste eigenschappen, dan kan je daarvan koninginnen telen. Als je geen geschikt teeltvolk hebt kan je ook larfjes halen bij een koninginnenteler. Larfjes uit het teeltvolk die voorbestemd zijn koningin te worden hebben de allerbeste verzorging nodig in een pleegvolk met veel jonge voedsterbijen.
Pleegvolk
Tijdens de fruitbloei, eind april-begin mei, maak je een pleegvolk. Voor het maken van een pleegvolk zijn broed en bijen nodig van de hoofdvolken. De honingopbrengst wordt hierdoor nauwelijks beïnvloed, maar door het wegnemen van ramen met broed en bijen wordt het zwermen wel effectief vertraagd.
Teeltkalender
Als je koninginnen gaat telen moet je aan een strikt tijdsplan houden: de teeltkalender. De dag waarop je de 1 dags larven in het pleegvolk hangt markeer je als dag 0, dagen met een “-” gelden als voorbereiding voor de teelt, dagen met een “+” zijn van toepassing op handelingen na het begin van de teelt.
Dag -9 Pleegvolk maken
Dag 0 Begin van de teelt: overlarven en teeltraam inhangen
Dag +10 Rijpe cellen inkooien
Dag +12 Bevruchtingsvolkjes maken
Dag +30 Koninginnen aan de leg!
Koninginnen telen in 5 stappen
Stap 1: Pleegvolk maken (dag -9)
Zet een lege bijenkast klaar met een gaasbodem, 1 broedkamer, 2 ramen goed gevuld met honing, dekplank, dak, reisriem en ramen met kunstraat om uit te wisselen met de ramen met broed die je uit de hoofdvolken haalt. De 2 ramen met honing hang je tegen de wanden van de broedkamer. De vliegopening blijft gesloten.
Open het eerste volk en haal er 1 tot 2 ramen uit met voornamelijk gesloten werksterbroed en hang deze mét de opzittende bijen in de lege kast die je hebt klaargezet. Kijk goed dat de koningin niet meegaat. De broedramen in het volk schuif je samen en op de vrijgekomen plaats hang je een raam met kunstraat. Daarna sluit je het volk weer.
Bij 3 tot 8 andere volken doe je hetzelfde.
Als de broedkamer gevuld is, sluit je de kast en neem deze mee naar een ander plaats buiten het vliegbereik van de volken waarvan je ze hebt samengesteld. Zet de vliegopening open. Het pleegvolk is moerloos en zal redcellen maken.
Stap 2: Overlarven en teeltraam inhangen (dag 0)
Na 9 dagen breek je álle redcellen in deze kast en hang je in het midden een teeltraam met 20 larfjes. Redcellen zijn vaak moeilijk op te sporen daarom moet je alle broedramen één voor één afkloppen.
Stap 3: Rijpe koninginnencellen inkooien (dag +10)
10 dagen nadat je het teeltraam hebt ingehangen tel je het aantal uitgebouwde koninginnencellen en stop ze in uitloopkooitjes. In elk uitloopkooitje doe je 5 jonge bijen om de koningin te verzorgen als ze uitloopt.
Stap 4: Bevruchtingsvolkjes maken (dag +12)
2 dagen nadat je de koninginnencellen in uitloopkooitjes hebt gedaan lopen de koninginnen uit. Zet evenveel kastjes klaar als het aantal uitgebouwde koninginnencellen. In elk kastje maak je bevruchtingsvolkjes met 1 raam met bijen (uit het pleegvolk), 1 goed gevuld raam met honing en vult de rest met ramen met kunstraat. De bevruchtingsvolkjes zet je buiten het vliegbereik van het pleegvolk.
Stap 5: Controleer de bevuchtingsvolkjes (dag +30)
2 weken na het maken van de bevruchtingsvolkjes zijn de meeste koninginnen aan de leg. Volkjes zonder broed controleer je na een week nog een keer. Als er dan nog geen broed is beschouw ze dan als verloren en klop de bijen af. Voer de geslaagde bevruchtingsvolkjes net zolang met suikerwater tot alle kunstraat is uitgebouwd. Aan het einde van de zomer zijn de volkjes gegroeid en bezetten ze minstens een broedkamer.
Tip 1: om zeker te zijn dat de larfjes niet ouder zijn dan 1 dag, hang je 4 dagen voor je gaat overlarven, midden in het broednest van het teeltvolk een uitgebouwd raam. Op deze plaats wordt de raat snel belegd en 4 dagen later komen de eerste larfjes uit.
Tip 2: Gebruik een Nicotraam als je moeite hebt met omlarven.
Eind september bezocht ik de conferentie van de Bee Improvement and Bee Breeders Association (BIBBA) op het eiland Man. Een conferentie vol waardevolle lezingen. Zelf gaf ik een lezing over mijn manier van koninginnentelen (Queen rearing simplified). Mijn lezing is gepubliceerd in het blad van de Britse Bijenhoudersvereniging (BBKA News). Klik hier voor het artikel Queen rearing simplified in BBKA News.
Ik wens je veel succes. En mocht je vragen hebben … stel ze gerust!
Wil je zelf koninginnen telen? Meld je aan bij de Masterclass Koninginnenteelt >>
Ik laat je zien hoe jij zelf koninginnen kan telen, met mijn bewezen en unieke koninginnenteelt methode. Geen theoretische kennis uit een boekje, maar met praktische en concrete adviezen waarmee je direct aan de slag kan.
Reserveer nu je plek bij de Masterclass Koninginnenteelt >>