Broedziekten
Broedziekten tasten honingbijen in het larve en het popstadium aan, vaak met de dood tot gevolg. Bacteriën, schimmels, virussen en mijten veroorzaken ziekten in het broed waar bijenvolken mee te maken hebben. Voorbeelden van broedziekten zijn: Amerikaans vuilbroed (AVB), Europees vuilbroed (EVB) en kalkbroed. Hoewel broedziekten meestal niet tot sterfte van een bijenvolk leiden, kunnen ze bij ernstige besmettingen grote delen van het broed aantasten. Ernstige besmetting remt de ontwikkeling van een bijenvolk.
Honingbijen hebben veel ziekteverwekkers die de gezondheid kunnen aantasten. In de meeste bijenvolken zijn ziektenverwekkers latent aanwezig, maar zo nu en dan kunnen ze opspelen en de gezondheid van honingbijen ernstig beschadigen. Een darmparasiet zoals Europees vuilbroed bijvoorbeeld concurreert in de middendarm met larve om voedsel. Bij ernstige besmettingen kan dit leiden tot bijensterfte.
Door zwermen en door verlaten van het nest kunnen bijen broedziekten ontvluchten. Wanneer een van deze natuurlijke mechanismen onderdrukt of verstoort wordt kunnen broedziekten een bedreiging vormen voor het bijenvolk.
Heb je bijensterfte? Of zie je ziekteverschijnselen in het broed van je bijenvolken en heb je hulp nodig? Wordt lid van de Bijenclub >>