Voorjaarsinspectie, vijf vragen die je stelt bij de inspectie van een bijenvolk
Bij de voorjaarsinspectie van een bijenvolk is er veel te zien, maar er zijn een aantal belangrijke dingen die je moet controleren om het welzijn van de kolonie te beoordelen. In mijn boek Bijenhouden voor iedereen staan vijf vragen die je zou moeten stellen bij de eerste inspectie van een bijenvolk in het voorjaar. Imkers nemen deze punten al mee bij de voorjaarsinspectie, maar naar mijn weten ben ik de eerste die ze zo opsomt. Ik noem ze daarom “de vijf van Vorstman” 😉
“De vijf van Vorstman” voor de voorjaarsinspectie
De vijf vragen voor de voorjaarsinspectie zijn als volgt:
1. Is er broed in alle stadia (eitjes, larfjes en gesloten broed)?
2. Is de koningin aanwezig?
3. Ziet het broed er normaal uit?
4. Is er voldoende voedsel op voorraad?
5. Heeft het bijenvolk voldoende ruimte?
1. Is er broed in alle stadia aanwezig?
In de ontwikkelingsfase bevindt het broed zich 3 dagen in het ei-stadium, 6 dagen als larve en 12 dagen als verzegeld broed. Je weet dus welke verhoudingen het broednest heeft (3 : 6 : 12), maar als de kolonie in het voorjaar groeit, zijn er meer eitjes. In het voorjaar mogen er geen lege cellen in het broednest zijn, behalve dan de broedcellen die net zijn verlaten door uitgelopen bijen en nog gepoetst moeten worden door de werksters.
2. Is de koningin aanwezig ?
De koning vinden kan heel lastig zijn. Lukt het je niet om de koningin te vinden, haal dan niet het hele bijenvolk ondersteboven om een glimp van haar op te vangen.
De koningin is de enige die eitjes legt. Vindt je eitjes, dan was de koningin er tenminste drie dagen geleden nog (het ei-stadium duurt drie dagen). Kom je de koningin toch tegen dan is dat mooi meegenomen. 😉
Een vruchtbare koningin legt tijdens het actieve bijenseizoen eitjes, zo niet, dan moet je erachter zien te komen waarom niet. Als je twijfelt kan je de moerproef doen.
3. Ziet het broed er normaal uit?
Het is belangrijk om gezond broed te herkennen. Als het lijkt alsof er iets mis mee is, is dat waarschijnlijk ook het geval. Het is misschien niet ernstig, maar zorg dat je alle symptomen herkent, en weet hoe je er mee om moet gaan. Bij de voorjaarsinspectie maak ik er een gewoonte van om het eerste raam met broed in alle stadia (brias) die ik tegenkom te controleren op symptomen van bijenziekten.
4. Is er voldoende voedsel op voorraad
Verhongering is niet alleen een winterprobleem. Als een kolonie tekort heeft aan voedsel, wordt het broed niet zo goed gevoerd als het zou moeten, wat leidt tot verzwakking. Naast opslag van nectar en honing vind ik het enorm belangrijk om raten met platen stuifmeel (bijenbrood) in de broedkamers te zien. Ik weet dat veel imkers dat niet waarderen en het zelfs hinderlijk vinden, maar ik wil dat het bijenkroost goed gevoed wordt.
5. Heeft het bijenvolk voldoende ruimte?
Voldoende ruimte is relevant is voor drie dingen – nectar en/of honing, broed en bijen. Dit kan moeilijk zijn voor een beginnende imker om te beoordelen. In het voorjaar kunnen bijenvolken met een vruchtbare koningin enorm snel groeien. Weet dat uit één broedraam, drie ramen bijen uitlopen! Bied je bijen daarom genoeg ruimte.
Uit een broedraam, lopen drie ramen bijen uit!
Onder goede omstandigheden kan een bijenvolk een broedkamer met kunstraat in een week uitbouwen én vullen met honing, zelfs ervaren bijenhouders worden daar nog vaak door overvallen. Ik raad je daarom aan om tot juli ruimte te over te geven. Bijen vinden het namelijk moeilijk om honingkamers te vullen als ze nog in de schuur staan. 😉
Succes met de voorjaarsinspectie!