Warré bijenkast: dé bijenkast voor natuurlijk bijenhouden?
De Warré bijenkast heb ik altijd met argwaan bekeken tijdens mijn zoektocht naar de beste bijenkast. Tenminste tot vandaag. Vandaag heb ik mij verdiept in de ontwerper van deze bijenkast, Émile Warré. Ik ontdekte meer overeenkomsten tussen Warré en mij. Wie was hij en is de Warré bijenkast misschien toch dé kast die ik zoek voor mijn bijen?
Bijenhouden voor iedereen
Toen ik in 2014 mijn boek Bijenhouden voor iedereen schreef wist ik niet dat er al een boek was met dezelfde titel. In 1923 publiceerde Émile Warré de vijfde editie van zijn boek L’Apiculture Pour Tous (Bijenhouden voor iedereen). Wanneer hij de eerste editie heeft geschreven is niet bekend.
Frans is niet mijn sterkste taal, maar gelukkig vond ik de Engelse vertaling van Warrés L’Apiculture Pour Tous. Zijn boek met 158 pagina’s heb ik in een adem uitgelezen. Bijzonder boeiend om te lezen was dat Warré zich hetzelfde afvroeg als ik nu: wat is de beste bijenkast voor honingbijen die ook economisch en praktisch is voor imkers?
In 2019 is de Nederlandstalige versie van Warrés boek uitgekomen en is nu te koop bij bol.com. Klik hier om de Nederlandse vertaling Bol.com te bekijken >>
Experimenteren met bijenkasten
Ik heb verschillende typen bijenkasten in de praktijk gebruikt. Van Dadantkasten, spaarkasten, Segeberger kunststof kasten en toplattenkasten (top bar hives) tot Uddelerkorven. Ondanks dat ik met meer dan honderd bijenkasten heb gewerkt van verschillende typen heb ik dé bijenkast nog niet gevonden. Een bijenkast waar ik echt blij van wordt. Bijenhouden met Uddelerkorven komt wel heel dicht in de buurt. Bijenhouden in een Uddelerkorf is echt fantastisch en natuurbouw in een korf maakt me echt gelukkig. Helaas heeft een korf een onoverkomelijk bezwaar. Het volume van een korf is te klein voor een gemiddeld bijenvolk.
Nadelen van verschillende bijenkasten :
- Dadantkast: veel te groot, zwaar en onhandelbaar bij transport.
- Toplattenkast: zeer slechte warmtehuishouding, onhandelbaar bij transport.
- Uddelerkorf: bijna perfect! Maar het korfje is te klein en niet maatvast.
- Spaarkast: komt in de buurt, maar complex.
Ik wil bijenhouden graag eenvoudig houden
Dat ik een spaarkast (maar ook andere moderne kasten) complex vind vraagt misschien om enige uitleg. Hoe eenvoudig ik het ook hou, er zijn toch veel materialen nodig om een spaarkast optimaal te gebruiken. Dat wil ik graag veranderen. Ik wil mijn tijd vooral besteden aan het bijenvolk observeren en bijen fotograferen! Ook wil ik dat mijn bijenvolken zich zo natuurlijk mogelijk kunnen ontwikkelen.
Mijn zoektocht naar de beste bijenkast
Tijdens mijn zoektocht naar de beste bijenkast vond ik op internet voor- en tegenstanders van de Warré bijenkast. Als onderzoekende imker neem ik niet gauw iets voor waar aan. Ik wil het vooral zelf uitproberen. Voorstanders van de Warré bijenkast zijn vooral imkers die natuurlijk bijenhouden. Als natuurliefhebber voel ik mij daartoe ook aangetrokken. Maar Warré ontwikkelde zijn bijenkast niet vanuit het oogpunt van natuurlijk bijenhouden.
Zoektocht van Warré naar de beste bijenkast
Warré zag het aantal imkers teruglopen en wilde een eenvoudige (goedkope) en praktische bijenkast ontwerpen. Een bijenkast die je zelf kan maken en waarin iedereen bijen kan houden. In zijn boek vergelijkt Warré de gebruikelijke bijenkasten uit zijn tijd. Om goed te kunnen vergelijken experimenteerde hij met maar liefst 350 bijenkasten! Op basis van dit experiment en zijn jarenlange imkerervaring ontwierp hij een nieuwe kast: de Warré bijenkast.
Natuurlijke nestholtes van honingbijen
Als je je verdiept in de voorwaarden die honingbijen stellen aan hun natuurlijke nestholte dan kom je al snel uit bij Thomas Seeley. Seeley publiceerde in 1976 zijn onderzoek naar natuurlijke nestholtes waarin verwilderde bijenvolken leefden. Van nature leven bijenvolken in boomholtes tussen de 30 en 60 liter inhoud. Bij voorkeur met een kleine vliegopening (10-20 cm²).
In natuurlijke boomholtes geven bijen de voorkeur aan een relatief kleine vliegopening. Bij mijn bijenkasten houd ik de vliegopeningen in de zomer en winter daarom ook klein!
Is de Warré bijenkast de meest natuurlijke bijenkast?
De Warré bijenkast komt wel heel dicht in de buurt van een natuurlijke nestholte! Twee kamers hebben samen een inhoud van bijna 40 liter. Extra kamers plaats je als er meer ruimte nodig is voor honingopslag. De vorm van een Warré bijenkast met twee of meer kamers komt dicht in de buurt van de cilindrische vorm van een natuurlijke nestholte. Een Warré bijenkast heeft een kleine vliegopening van 1,5 x 12 cm (=18 cm²). Ook dat komt overeen met het resultaat uit het onderzoek van Seeley.
Is de toplattenkast geen alternatief als natuurlijke bijenkast?
Natuurlijke bijennesten in boomholtes zijn verticaal georiënteerd: hoger dan breed. Door deze vorm is er een betere warmtehuishouding dan bij een horizontale oriëntatie. De toplattenkast is veel breder dan hoog. De warmtehuishouding in een toplattenkast is daarom slecht. Op het Afrikaanse continent waar de toplattenkast is ontwikkeld is dat misschien geen probleem. Maar voor Nederland en België is een toplattenkast daarom totaal ongeschikt.
Voordelen van de Warré bijenkast
Omdat ik nog geen praktische ervaring heb met Warré bijenkasten, heb ik de theoretische voordelen die ik kan bedenken op een rijtje gezet:
- De vorm benaderd een natuurlijke boomholte.
- Kleine vliegopening komt overeen met die van een natuurlijke nestholte.
- Compact en daardoor beter te hanteren dan bijvoorbeeld een spaarkast.
- Kleine kamers zijn lichter en sparen je rug als je ze moet tillen.
- Geen raampjes nodig (minder werk, minder kosten).
- Geen kunstraat nodig (minder werk, minder kosten, geen verontreinigde of vervalste bijenwas en je kan zuivere bijenwas oogsten).
- Geen moerrooster nodig (minder kosten).
- Goede warmtehuishouding (minder honing nodig voor overwintering, minder bijvoeren).
Deze opsomming maakt mij erg enthousiast over de Warré bijenkast. Maar om een goede conclusie te kunnen trekken zal ik deze voordelen eerst in de praktijk testen. Voor een goede vergelijking is een minimum aantal volken nodig. Elk bijenvolk is anders en er kan natuurlijk wat mis gaan met een bijenvolk. Daarom start ik in 2017 met tien Warré bijenkasten. Zo kan ik deze bijenkasten goed vergelijken met de spaarkasten die ik nu heb.
Geheel vernieuwde herdruk?
Mijn boek Bijenhouden voor iedereen is in 2015 door Kosmos uitgegeven en in 2019 is de derde druk uitgekomen. Maar misschien moet ik na mijn ervaring met bijenhouden in Warré bijenkasten de volgende druk wel geheel herschrijven . 😉
Ik geef je twee boekentips als je meer weten voor bijenhouden in de Warré bijenkast: