Beginnen als imker

De interesse in bijen en het gedrag van het bijenvolk zijn de voornaamste reden waarom mensen beginnen als imker. Bijen zijn fascinerende beestjes. De gedragspatronen en communicatie van de bijen zijn zeer interessant om te volgen. Bijen hebben een uitgekiende taakverdeling en iedere bij weet exact welke taak er uitgevoerd moet worden. Voor de meeste imkers is de winning van honing niet de belangrijkste reden waarom ze bijen zijn gaan houden, maar de fascinatie voor de honingbij.

Bijenhouden is een fantastische hobby en beginnen als imker  is voor mensen die graag doordringen in de wondere wereld van de honingbij. Als ik je één tip zou mogen geven om je meer verbonden te voelen met de natuur dan is het wel imker worden. Bekijk eerst even deze video voordat je verder leest: 


Inhoudsopgave

  1. Beginnen als imker, hoe doe je dat?
  2. Wat heb je nodig?
  3. Hoe kom je aan een bijenvolk?
  4. Wat is de beste plek voor je bijen?
  5. Bloemen voor bijen
  6. Elk seizoen is er bijenwerk
  7. Voorjaar
  8. Zomer
  9. Herfst
  10. Winter
  11. Kost bijenhouden veel tijd?
  12. Bijengezondheid
  13. Eigen honing

Beginnen als imker, hoe doe je dat?

Het “imker worden” moet je serieus nemen, je werkt immers met levende beestjes. Enige kennis over de bij is wel essentieel om imker te zijn. Het is niet zo dat je met de aanschaf van een bijenvolk in een kast, direct een imker bent. Er is meer voor nodig om met de honingbij om te gaan en hun leven te begrijpen. Er zijn diverse boeken, cursussen en zelfs een professionele online imkercursus voorhanden om deze eerste stappen te maken. Het boek Bijenhouden voor iedereen van Jeroen Vorstman is een complete handleiding dat je helpt bij de eerste stappen van het imker worden.

Imker worden? Het boek Bijenhouden voor iedereen is een praktische handleiding.

In het boek maak je kennis met eenvoudige, maar effectieve imkertechnieken. Het volledige traject, van de voorbereiding en aanschaf tot en met het werken met bijen, wordt uitgebreid besproken. Natuurlijk ontbreekt een jaarplan niet in het boek. Je wordt, met praktische tips en voorbeelden, geholpen bij de eerste stappen om imker te worden en laat zien wat het geheim achter bijenhouden is.

De theoretische kennis kun je aanvullen met een praktische “stage” door met een imker mee te lopen. Imkers zijn liefhebbers, die laten geïnteresseerden graag zien waar ze mee bezig zijn. Hierdoor kom je in contact met bijen voordat je zelf begint met bijenhouden. Al doende leert men. Als je daadwerkelijk met je eigen kast begint, is het goed om je te laten begeleiden door een ervaren imker. Deze imker zal je langzamerhand “los laten” en ben je er helemaal klaar voor om jezelf een imker te mogen noemen. Je enthousiasme zal gedurende het traject alleen maar groter worden met de ontdekkingen die je doet!

Wil je imker worden? Volg praktijkles!

Wat heb je nodig?

Als je alle benodigde kennis hebt opgedaan en alle voorbereidingen hebt getroffen, ben je klaar om zelfstandig bijen te houden. Hiervoor heb je, naast een volk en een kast, wel wat spullen nodig om de bijen te onderhouden maar dit kun je in jouw eigen tempo opbouwen.

Het materiaal wat je nodig hebt voor het bijenhouden is goed verkrijgbaar. Er zijn op internet diverse sites te vinden (zoals imkerswinkel De Linde) waarop imkerspullen worden aangeboden tegen een redelijke prijs. Achter deze site zitten ervaren imkers die jou zeker verder kunnen helpen met imker worden.

Om te starten is het zeker handig om beschermende kleding te kopen. Een imkerjack (of een hoed met sluier) en een paar imker handschoenen van leer zullen je beschermen tegen eventuele steken van bijen. Naast beschermende kleding is het raadzaam om bijengereedschap aan te schaffen. Dit hoeft niet meteen verschrikkelijk duur te worden. Aan een kastbeitel en een balg beroker heb je als beginnende imker voorlopig genoeg.

Voor een imker is een kastbeitel het belangrijkste gereedschap.

 

Een balg beroker is onmisbaar voor een imker.

Er worden ook veel imkerspullen tweedehands aangeboden maar dat is niet zo’n goede keuze. Je kunt beter met nieuw materiaal werken om de insleep van ziektes te voorkomen. Dit laatste is natuurlijk niet goed voor een bijenvolk en je wilt natuurlijk als imker het beste voor je volk

Boodschappenlijstje:

  • Imkerjack
  • Imkerhandschoenen
  • Kastbeitel
  • Balg beroker en kruidentabak

Hoe kom je aan een bijenvolk?

Als je een volk gaat verzorgen, ben je een echte imker en begint je hobby pas echt! De vraag is alleen: hoe kom je aan een volk? Er zijn verschillende manieren om aan een volk te komen. Als je een basiscursus bijenhouden volgt, komt het volk in veel gevallen zo naar je toe. Het is namelijk een traditie in de imkerwereld dat je na het afronden van je cursus een bijenvolk mee naar huis krijgt.

Ook de plaatselijk imker kan jou helpen aan een bijenvolk. Er zijn periodes wanneer er geen bijenvolk beschikbaar is, maar op het moment dat de bijen gaan zwermen zal de vereniging zeker aan je te denken als jij aangegeven hebt dat je een volk zoekt en een kast ervoor klaar hebt staan.

In de zwermtijd zijn er meer bijenvolken beschikbaar.

Tussen de maanden maart en oktober worden er op diverse plaatsen bijenmarkten gehouden. Hier komen imkers bij elkaar en worden er diverse bijenbenodigdheden van eigenaar gewisseld. In een aantal gevallen worden er ook bijenvolken te koop aangeboden.

Tot slot worden er ook diverse bijenrassen te koop aangeboden in de vak- en verenigingsbladen voor bijen. Het is wel van belang om je te verdiepen in de juiste keuze van het ras. Als je hierin nog niet zo thuis bent en je twijfelt over je keuze, is het verstandig om een ervaren imker te vragen die je kan adviseren. In Nederland zijn de Carnica en de Buckfast de bekendste rassen. Deze rassen staan bekend om hun zachtaardigheid.

Buckfastbijen zijn zachtaardig. Erg prettig als je pas imker bent.

Wat is de beste plek voor je bijen?

Een plek voor het houden van bijen moet aan twee belangrijke eisen voldoen. Deze twee belangrijke eisen hebben allebei met de omgeving te maken: de voedselvoorziening moet in orde zijn en de bijen mogen geen overlast veroorzaken.

Voor de voedselvoorziening is het van belang dat er van maart tot november bloeiende planten binnen een straal van drie kilometer te vinden zijn. Een half landelijke omgeving voldoet uitstekend aan deze voorwaarden, maar een doorsnee woonwijk met voor- en achtertuintjes is ook heel geschikt. Het is belangrijk om het aantal bijenvolken aan te passen aan de hoeveelheid beschikbare voedsel.

Daarnaast is het heel belangrijk dat de bijen geen overlast in de buurt veroorzaken. Een met een haag afgeschermde hoek is al snel een geschikte plek. De bijen moeten eerst omhoog vliegen om de tuin te verlaten en zullen hierdoor minder overlast veroorzaken bij de directe buren. Ook voor deze voorwaarde is het een goede keuze om het aantal bijenvolken te beperken.

Er zijn veel imkerverenigingen die een verenigingsstal tot hun beschikking hebben. Dit is voor imkers die zelf geen ruimte hebben om een kast te plaatsen. In deze stal hebben jouw bijen een eigen ruimte. Het voordeel van de verenigingsstal is dat deze stal vaak een gunstige ligging heeft en dat je gezamenlijk met andere liefhebbers je hobby kunt uitoefenen. Maar niets is leuker dan een eigen bijenvolk in je achtertuin.

Bijenhouden in je achtertuin is leuker dan op een afgelegen plek.

Bloemen voor bijen

Bijen verkrijgen hun voedsel uit nectar en stuifmeel van bloemen. De aanlokkelijke nectar bevat vooral suikers. Dit is de energiebron om te vliegen en de grondstof van de bijenwas voor de raten. In stuifmeel zitten belangrijke eiwitten. Dit is bouwstof voor jonge larven, jonge bijen en de koningin. Bijen zijn net als mensen afhankelijk van gevarieerd voedsel. Ze gaan daarom op zoek naar meerdere soorten stuifmeel.

Bloemen zijn voor bijen onmisbaar!

Honingbijen communiceren met elkaar door middel van de bijendans. Met deze dans geven ze aan elkaar door in welke richting en hoe ver het voedsel is. Bijen bezoeken graag de massaal bloeiende plantensoorten. Hierin zijn ze erg “bloemvast”, ze blijven deze bloemen massa bezoeken totdat deze is uitgebloeid. Er wordt van een dracht gesproken zodra er op een bepaald moment veel drachtplanten zijn die aan de honingbij nectar en stuifmeel bieden. Het weer is hier van grote invloed op. Een goede temperatuur in combinatie met veel zonneschijn werkt “dracht bevorderend”. Dit is echter wel afhankelijk van de hoeveelheid vocht in de grond.

Niet alle bloemen worden door de bijen bevlogen dus niet alle planten met bloemen zijn drachtplanten. Sommigen produceren geen nectar en bij anderen kunnen de bijen niet bij de nectar komen omdat de bijentong hiervoor te kort is.

Een haalbij gaat meestal niet verder dan drie kilometer van de kast om het voedsel te halen. Dit is erg weersafhankelijk. Bij nat en koud weer blijft de bij dichter bij huis. Hoe verder de bij moet vliegen, hoe meer energie het kost. Het rendement neemt daardoor af. Dit is ook het geval als er te veel bijenvolken in één gebied leven. Dit laatste kan een imker beïnvloeden. Hij kan zijn volken over een groter gebied verspreiden.

Elk seizoen is er bijenwerk

Bijen leven met de seizoenen. Ze zijn er niet alleen afhankelijk van, ze passen ook hun leefpatroon erop aan. Het bijenwerk gaat het hele jaar door. Dit maakt het ook zo interessant om deze beestjes te volgen.

Voorjaar

In het voorjaar begint het bijenjaar. Als de temperatuur wat begint te stijgen naar ongeveer tien graden, vliegen de eerste bijen de kast uit om op zoek te gaan naar voedsel. Ondertussen worden de raten in de kast schoongemaakt door de werkbijen. Hierin legt de koningin haar eitjes. Een koningin kan wel zo’n 2000 eitjes per dag leggen. Deze eitjes komen na drie dagen uit. De larfjes die uit de eitjes komen zien eruit als kleine wormpjes en groeien in 21 dagen uit tot een bij.

Van eitje tot bijtje duurt 21 dagen. Drie weken nadat de koningin een eitje heeft gelegd kruipt de jonge bij uit haar cel.

Zomer

Naarmate er meer planten in bloei komen, en er dus meer stuifmeel en nectar beschikbaar is, vliegen meer bijen uit voor de voedselvoorziening. Door de grote en snelle groei van het volk wordt de kast snel te klein. Een groep bijen zwermt met de koningin uit en gaat naar een nieuw onderkomen. De achterblijvers hebben inmiddels een nieuwe koningin opgekweekt.

Herfst

Aan het eind van de zomer neemt de voedselstroom af, en daarmee ook de groei van het volk. Dit volk heeft nu andere prioriteiten: het aanleggen van een wintervoorraad. Als dat gebeurt is, het is dan medio september, worden de darren buiten de deur gezet. Hun taak als mogelijke bevruchters van de jonge koninginnen zit erop. Deze mannetjes bijen worden nu als nutteloos gezien en buitengesloten. Het volk is in de koudere maanden ook een stuk kleiner.

Winter

Aan het eind van de zomer ontstaan bijen die de winter kunnen overleven. Ondanks dat honingbijen koudbloedig zijn, kunnen ze de winter doorkomen zonder winterslaap. De winterbijen gaan in een tros dicht op elkaar zitten en produceren warmte door spierbewegingen. Dit kunnen ze de hele winter volhouden, tot de lente aanbreekt. Als het voorjaar vroeg doorbreekt, gaan de bijen vroeg naar buiten. Het hangt af van het weer.

In de winter maken de bijen een wintertros. In de tros is het behaaglijk warm. Een imker heeft dan weinig werk.

Kost bijenhouden veel tijd?

Of bijenhouden een tijdrovende hobby is, is eigenlijk niet te zeggen. Een bijenvolk in leven houden vraagt weinig tijd, maar als imker is het wel je hobby en wil je er graag mee bezig zijn. Je wilt je graag verdiepen in het wel en wee van je bijenvolken want dat is interessant. In dat geval is tijd een erg relatief begrip.

Een imker heeft slechts een paar uur per jaar nodig voor de noodzakelijke verzorging van zijn bijenvolk. De hoeveelheid uren die noodzakelijk zijn hangt af van de ervaring van de imker. Een onervaren imker zal meer tijd nodig hebben.

Er is weinig dagelijks terugkerende zorg noodzakelijk bij het bijenhouden. Een volk met voldoende voedsel kan het maanden zonder imker stellen. Toch zijn er een aantal momenten dat een imker zijn volk wel in de gaten wil houden. Zo zal hij het zwermen van de bijen, in het voorjaar, willen voorkomen en de varroamijt in de zomer zeker moeten bestrijden.

De bij zal reageren op de weerssituatie en de imker zal op zijn beurt daar weer op moeten acteren. Dat is één van de aspecten die het bijenhouden leuk en interessant maakt.  Als er bijvoorbeeld in het vroege voorseizoen een goed temperatuur is, is er al vroeg in het jaar veel voedsel beschikbaar. Dan zullen de bijen sneller gaan zwermen. Dat zal je als imker goed moeten inschatten.

Als je iets graag doet, dan maakt het vaak niet uit als het wat meer tijd kost. Wil je imker worden dan is dit is ook het geval.

Bijengezondheid

Helaas horen de bedreiging van bijenziektes ook bij het bijenhouden. De grootste bijenbedreiging is een parasiet, de varroamijt. Deze varroa is via een Aziatische honingbij overgestapt op de Europese honingbij en is absoluut een dodelijke metgezel. Deze parasiet kan zich uitsluitend voortplanten op het broed van de bijen. De vrouwtjesmijten liften mee op volwassen bijen en voeden zich met hun lichaamssappen. Daarnaast leggen ze eitjes in de broedcellen van de bijen. Hierdoor onttrekken de jonge mijtjes de voedingsstoffen aan de ongeboren bijenlarven, die daardoor verzwakt uit de cel komen. Daarnaast kunnen ze geïnfecteerd zijn door virussen die de varroamijt met zich mee dragen.

De Europese honingbij is niet of nauwelijks in staat om zichzelf te beschermen tegen deze mijt en heeft hiervoor hulp van de imker nodig. Bijenvolken die besmet zijn met varroa, raken eerst verzwakt en zullen er daarna aan bezwijken.

Naast de varroamijt is de leefomgeving belangrijk voor de honingbij maar ook steeds meer een bedreiging. Doordat er steeds meer groenvoorziening verdwijnt en er veel gebouwd wordt, krijgt de bij het steeds moeilijker. Een omgeving met weinig bloemen kan in combinatie met infecties een gevaarlijke mix betekenen. De imker heeft het welzijn van zijn bijen volledig in eigen hand.

Eigen honing

Naast het feit dat imker worden een zeer leuke en interessante hobby is, levert het ook nog iets op: honing. Honing is eigenlijk het reservevoedsel voor de bijen. Een goede imker zal de bijen eerst alle mogelijkheid geven om de honing voor zichzelf te verzamelen. Pas als het bijenvolk groot en sterk genoeg is, zal de imker ook een honingoverschot kunnen oogsten.Honing kan zowel in de voor- als in de nazomer geoogst worden. Doordat de bijen in de verschillende jaargetijden op andere drachtplanten vliegen, is de honing anders in het voorseizoen als in het naseizoen. De honing van het voorseizoen is geuriger en lichter van kleur. Honing is een mengsel van nectar van verschillende planten. Een bijenvolk vliegt maar zelden op één bloemsoort.

Honing uit je eigen tuin

De zoete sap (de nectar) die bloemen afgeven, is de basis van het productieproces van honing. De nectarklieren scheiden dit sap uit en trekken insecten aan die voor de bestuiving zorgen. De bijen verzamelen de nectar en slaan dit op. De enzymen van de bij zetten de sucrose in de nectar om in een suikeroplossing wat het natuurlijke honingproduct wordt. In eerste instantie is deze oplossing veel te waterig maar het fanatiek wapperen met de vleugeltjes zorgt dat het water verdampt. De honing bevat nu nog maar maximaal 20% water en wordt opgeslagen in met was bedekte cellen. De imker kan honing oogsten door de cellen te openen en het honing eruit te slingeren.

Naast de suikers bevat honing een aantal stoffen die van nature in plantensappen zitten zoals vitaminen en mineralen en enzymen die de bijen eraan toevoegen. Verse Nederlandse raathoning, een stuk raat in een pot vloeibare heldere honing, zijn een zeldzame delicatesse die je niet mag missen!

Wil jij ook beginnen als imker? Volg de online Basiscursus Bijenhouden >>