Varroaresistentie: dé oplossing tegen varroamijten of utopie?

Imkers werken al jaren aan varroaresistentie bij honingbijen. “Live and let die”, varroa sensitive hygiene (VSH), kleinere broedcellen en ga zo maar door.  Zijn dit nu echt de oplossingen?  Of kan je ook een andere weg inslaan om je eigen varroaresistente bijenvolken te kweken?

Varroaresistentie of varroatolerantie

Ik wil eerst een misverstand uit de weg ruimen. Ik heb het niet bewust over varroaresistentie of over varroatolerantie. Ik wil gewoon bijen die varroabesmetting kunnen overleven.

Natuurlijke selectie

In Arnot forest onderzocht Thomas Seeley verwilderde volken van Europese honingbijen. Zonder hulp van imkers overleven deze volken jaar op jaar ondanks varroabesmetting. Is het varroaresistentie? Overleven de bijenvolken het door jaarlijks te zwermen? Of heeft de varroamijt zich zo aangepast dat de besmetting onder een dodelijke niveau blijft? Als bijenvolken uitsterven, dan sterft de varroamijt immers zelf ook uit. Dat noem je coevolutie.

Overleven bijenvolken varroabesmetting door te zwermen?

Selectie op hygiëne

In het Varroa Sensitive Hygiene programma gaat men er van uit dat bijen door selectie op hygiëne, varroaresistent kunnen worden. Er wordt geselecteerd op een eigenschap waarvan men denkt dat het dé oplossing is voor het varroaprobleem. Of dat daadwerkelijk ook zo is betwijfel ik. VSH wordt getoets door broed te doden met vloeibare stikstof of door een pintest. Ik betwijfel dat je daarmee bijen selecteert die broed, dat door varroamijten geïnfecteerd is, herkennen en opruimen. Ook ben ik niet overtuigd dat hygiënisch gedrag bijdraagt aan de weerstand tegen varroamijten. Er wordt maar weinig voortgang geboekt. Daarmee wil ik niet zeggen dat poestgedrag geen waardevolle eigenschap is! Poetsgedrag kan bijdrage aan een betere hygiëne in het bijenvolk. Broedziektes als kalkbroed, vuilbroed krijgen door poetsgedrag minder kans. Een enge selectie op één of enkele eigenschappen is echter niet zonder risico. Omdat je daarbij andere eigenschappen zal kwijtraken.

Kleine celmaat

Bijenvolken op een kleine celmaat zetten is ook zo’n doodlopende weg. Afrikaanse honingbij rassen maken raten met een kleinere celmaat dan de Europese honingbij rassen. Afrikaanse bijen die besmet zijn met varroamijten zijn resistent. Deze varoaresistentie wordt door sommige onderzoekers aan de kleinere celmaat toegeschreven. Afrikaanse honingbijen hebben echter een geheel ander gedrag, een andere broedcyclus en leven in een ander klimaat dan Europese honingbijen. De Europese honingbij dwingen een kleine celmaat te accepteren is geen oplossing.

Gezond broed in alle stadia met natuurlijke celmaat.

Bond methode: “Live and let die”

“Live and let die” is een keiharde manier van selectie. Je stopt simpelweg met elke vorm van varroabestrijding. Varroaresistente volken overleven, alle andere volken sterven een langzame dood! Onethisch als je het mij vraagt. Deze manier van selectie werd door John Kefuss en Igmar Fries toegepast ten koste van honderden bijenvolken. Ingmar Fries paste de selectie “Live and let die” toe op het Zweedse eiland Gotland. Na drie jaar waren 129 van de 150 bijenvolken op het eiland Gotland gedood door varroamijten. Is dit de manier waarop je met bijenvolken om wil gaan, of is er ook een diervriendelijke manier van selectie?

Leven en laten leven: “soft Bond methode”

Ik vind het onethisch om bijenvolken zo aan hun lot over te laten. Ik denk dat je het ook op een andere manier kan aanpakken. Een manier waarbij je selecteert op varroaresistentie zonder dat je bijenvolken opzettelijk een langzame dood laat sterven. Door het grote aantal stervende bijenvolken is er bovendien een ander groot risico.

Stervende volken worden beroofd van hun voedselvoorraden door bijen uit volken in de buurt. Deze bijen hebben al gauw door dat zwakke en stervende volken geen verdediging of weerstand bieden. Varroamijten stappen over op de rovende bijen. Door de enorme varroadruk sterven ook varroaresistente bijenvolken. Zo raak je potentiële varroaresistente bijenvolken voorgoed kwijt. Ik vind dat je je niet moet richten op selectie op één of meerdere eigenschappen waarvan je denkt dat die gunstig zijn voor varroaresistentie. Tot nu toe weet niemand precies welke eigenschappen verantwoordelijk zijn voor varroaresistentie en in hoeverre coevolutie daarin een een rol speelt.

Heeft deze koningin varroaresistentie in haar genen?

Laat de bijen het je vertellen

Het zou mij niets verbazen dat er meerdere eigenschappen  zijn (waaronder coevolutie) die bijdragen aan varroaresistentie. Maar ook omgevingsfactoren zullen een rol spelen. Daarom vind ik dat je het aan een bijenvolk zelf moet overlaten! Als imker selecteer je alleen wat moeder natuur je aanreikt!

Broeder Adam: “Let de bees tell you”

Ook in dit verband is de uitspraak van broeder Adam nog steeds actueel: Laat de bijen het je vertellen! Maar hoe dan?

Hoe selecteer je op varroarestistentie in de praktijk?

Hoe selecteer je zelf op varroaresistentie? Geef je bijen een einddoel! Vertel je bijen WAT je van ze verlangt, maar vertel er niet bij HOE ze het moeten doen!

Je einddoel is varroaresistente bijenvolken, hoe ze dat doen laat je aan de bijen zelf over.

Varroaresistente bijenvolken kweken in 5 stappen

Hou je aan de volgende vijf stappen om varroaresistente bijenvolken te kweken:

  1. Meet regelmatige de varroabesmetting van je bijenvolken.
  2. Selecteer bijenvolken met de laagste varroabesmetting.
  3. Kweek koninginnen uit bijenvolken met de laagste varroabesmetting.
  4. Sluit volken met een hoge varroabesmetting uit van voortplanting.
  5. Behandel álle bijenvolken die dreigen te sterven door varroabesmetting.

Op deze manier selecteer je niet op een bepaalde eigenschap, maar op het eindresultaat. Namelijk, een lage varroabesmetting.

Meet regelmatig de varroabesmetting.

Bovendien laat je geen volken dood gaan want je behandeld de bijenvolken wel die geen weerstand hebben tegen varroamijten. En je sluit bijenvolken die niet resistent zijn uit van voortplanting. Je wil geen varroatolerante genen (lees: darren) in de lucht hebben. Zo bouw je stap voor stap aan varroaresistentie. Ik ben ervan overtuigd dat we op deze manier zonder varroabestrijding bijen kunnen houden.

Buckfast, Carnica of lokale bijen?

Welk bijenras je het beste kan nemen? Van 2009 t/m 2012 vond Europees onderzoek naar de interactie tussen genotype en omgeving op de vitaliteit van bijenvolken plaats onder 621 bijenvolken. Uit dit onderzoek blijkt dat lokaal aangepaste bijen een groter kans hebben om te overleven met varroabesmetting. Dat betekent niet dat inheemse rassen het beter doen! In Duitsland is de zwarte bij inheems, maar van een natuurlijke populatie is al lang geen sprake meer. Lokaal geteelde Carnica bijen blijken in Duitsland beter te scoren dan andere rassen. Staar je daarom niet blind op een bepaald ras, maar start met bijen die lokaal aanwezig zijn ongeacht wel ras dat is.

Meer bijenvolken is beter

Maar ook: meer darren is beter! Hoe groter de genenpoel is hoe groter de kans dat je varroaresistentie ontdekt. Bovendien zorg je voor meer genetische variatie. Genetische variatie in een bijenvolk is bovendien een belangrijke voorwaarde voor een gezond bijenvolk. Alle werksters hebben dezelfde moeder (de koningin), maar kunnen verschillende vaders (darren) hebben. Een bijenvolk bestaat daarom uit zustergroepen. Alle werksters in een zustergroep hebben dezelfde vader. Een zustergroep is goed in honingproductie, een andere groep in varroabestrijden en weer een andere groep zijn uitstekende ratenbouwers. Heb je zelf maar een paar bijenvolken? Werk dan samen met andere imkers in je omgeving.

Meer darren, meer genetische variatie!

 

Vragen? Reactie? Hulp nodig? Ik hoor het graag!

Heb je nog vragen voor mij? Of nog beter heb je iets aan deze tips gehad? Laat dan even een reactie achter, vind ik tof!