Bestuivingsdiensten: bijen en trekvogels

Onder gunstige omstandigheden zorgen wilde bestuivers voor de bestuivingsdiensten in de tuinbouw. Maar om verzekerd te zijn van voldoende bestuivers op het juiste plaats en het juiste moment worden ook honingbijen en hommels ingezet. In de zaadteelt en de teelt van voedselgewassen is de inzet van bijen- en hommelvolken voor  bestuivingsdiensten  daarom   heel gebruikelijk. Zo zetten bestuivingsimkers bijenvolken in voor de bestuiving van kersen, koolzaad, bessen en vruchtgroentes. De teelt van sommige gewassen, tomaten bijvoorbeeld, is voor de bestuivingsdiensten zelfs geheel afhankelijk van de inzet van bestuivers. Zo worden in de tomatenteelt gekweekte hommelvolkjes ingezet voor de bestuiving. Zonder hommels geen bestuiving, zonder bestuiving geen tomaten.
Maar ook in het wild leveren bijen en hommels bestuivingsdiensten. Door deze ecosysteemdienst zijn bijen een belangrijke schakel in de natuur. Een mooi voorbeeld is de bestuiving door bijen van besdragende struiken en het belang daarvan voor trekvogels.

Kramsvogels en koperwieken

Vroeg in het voorjaar kleuren meidoornstruiken heggen en bosranden prachtig wit, maar nu - in de herfst - zijn de struiken zwaar van de rode bessen. Deze bessen hebben een enorm aantrekkingskracht op trekvogels. In de herfst en winter komen bijvoorbeeld kramsvogels en koperwieken uit hun Scandinavische en Oost Europese broedgebieden massaal naar Nederland. Jaarlijks overwinteren zo’n 500.000 kramsvogels en tot 100.000 koperwieken in Nederland! Nog eens 1 miljoen kramsvogels en 1 miljoen koperwieken trekken door Nederland naar hun overwinteringsgebieden in Midden- en Zuid-Europa.
Hiermee heeft Nederland een grote verantwoordelijkheid om deze wintergasten een warm welkom te geven. In de winter eten kramsvogels en koperwieken voornamelijk bessen en zaden. Kramsvogels en koperwieken zijn ze dol op de bessen van de meidoorn.

Bestuiving

Om voor voldoende bessen in de herfst en winter te zorgen is een goede bestuiving van voorjaarsbloeiers, zoals de meidoorn, enorm belangrijk. Bessenstruiken bloeien in april en mei. Op dat moment zijn er al veel wilde bijen actief, vooral bijen uit het geslacht zandbijen (Andrena) worden op bessenstruiken gezien. Maar vooral ook honingbijen, die met enkele tienduizenden als kolonie overwinteren. Bijenvolken hebben daarom al vroeg in het voorjaar een behoorlijk bestuivingspotentieel.

Vroeg in het voorjaar zijn bijenvolken volop in de groei en is de behoefte aan stuifmeel groot. Bijen verzamelen het stuifmeel als voedsel voor hun larven. Bij het verzamelen van stuifmeel brengen ze ook stuifmeel over en bestuiven zo de bloemen. Na de bestuivingsdienst groeit het vruchtbeginsel uit tot een eetbare bes. Bij een goede bestuiving zitten aan het eind van de herfst de meidoornstruiken vol bessen.

Lang nadat de bessenstruiken in het voorjaar bestoven zijn door onze bijen worden de bessenstruiken in de winter geplunderd door miljoenen hongerige vogels.

Zo faciliteren onze bijen door hun bestuivingsdiensten al vroeg in het voorjaar de miljoenen trekvogels die in de herfst en winter in Nederland verblijven.


 🌼 + 🐝 = 🍒 + 🦜




 📷 Kramsvogel/koperwiek in meidoorn/duindoorn