Drachtkalender maken: breng de bijenweide in kaart in 3 stappen

Drachtkalender maken: breng de bijenweide in kaart in 3 stappen

Een drachtkalender maken is de eerste stap die je neemt als je bijen wil gaan houden. Bijen zijn voor hun voedselvoorziening afhankelijk van wat de omgeving te bieden heeft. Een drachtkalender maak je om in beeld te brengen of er voldoende voedsel is binnen het vliegbereik van je bijenvolken. In het Werkboek Bijenhouden van Speelziek staat een voorbeeld van een drachtkalender. Misschien heb je dit boek nog op de plank staan?  Maar beter is het om zelf een drachtkalender te maken en de bijenweide in kaart te brengen. Plantensoorten,  bloeitijden en de waarde voor honingbijen kunnen namelijk per streek enorm verschillen. Het is ook super leuk om te doen en je leert gelijk je omgeving kennen ;-).  Ik leg je uit hoe je in 3 stappen zelf een drachtkalender maakt.

Stap 1. Maak een kaart van de omgeving van je bijenstand

Maak, bijvoorbeeld met Google Maps, een kaart van de omgeving waarin je bijenkasten staan. Een handige onlinetool die je daarbij kan gebruiken is de website mapdevelopers.com.

Met deze handige tool maak je in een paar stappen je eigen kaart:

  1. vul eerst het adres in van je bijenstand;
  2. bij radius vul je “3” in (het maximale vliegbereik van een haalbij die nog rendabel is);
  3. zet de waarde op “KM” (kilometer). Standaard staat deze op Miles;
  4. als je wil kan je het uiterlijk van de cirkel aanpassen;
  5. bewaar de link naar je eigen kaart en/of print je kaart uit.

Je hebt nu een kaart met het vliegbereik van je bijenvolken.

Stap 2. Verken de omgeving van je bijenstand en noteer belangrijke drachtplanten

Tijdens het vliegseizoen maak je in het vliegbereik van je bijenvolken regelmatig een fietstocht. Let daarbij op bloeiende planten. Wil je een betrouwbare drachtkalender maken, dan is eens in de twee weken een goed uitgangspunt. Zo krijg je een goed beeld van de bijenweide. Noteer alle bloeiende planten, bomen en struiken waarvan je weet dat het goede bijenplanten zijn. Het is helemaal mooi als je er ook bijen op ziet vliegen. Schrijf op wanneer ze beginnen met bloeien en wanneer ze uitgebloeid zijn. Natuurlijk schrijf je niet elk bloeiende plantje op, maar bijvoorbeeld wel een weiland vol bloeiende paardenbloemen of een grote lindeboom.

Stap 3. De drachtkalender maken

Maak een tabel waarin je de bloeiperiode vermeld van alle drachtplanten die de moeite waard zijn. Als je alle drachtplanten binnen het vliegbereik van je bijenvolken in beeld hebt, ontdek je ook de periodes waarin voedsel schaars is. Een korte drachtpauze kan een bijenvolk zelf overbruggen door te teren op haar voorraden (slinger daarom nooit voor een drachtarme periode!). Tijdens lange drachtloze periodes  verplaats je bijenvolken naar een gebied waar wel voedsel te vinden is. Of nog beter, je spant je in om drachtpauzes op te vullen door bloemen voor bijen te zaaien en te planten die in deze periode bloeien.Inspiratie nodig voor drachtplanten ? Vivara heeft een groot assortiment bijvriendelijke planten en biologische zaden:

Als je een aantal seizoenen aan je drachtkalender hebt gewerkt wordt die steeds betrouwbaarder. Je zal ook verschillen zien tussen de verschillende jaren. Daarop kan je anticiperen met werkzaamheden aan je bijenvolken. Bijvoorbeeld wanneer je de eerste uitbreiding geeft of wanneer je de eerste zwermen kan verwachten. Na een aantal bijenseizoenen gebruik je daarvoor niet meer een gewone kalender, maar je zelf gemaakte drachtkalender!

Als in de lente de paardenbloemen gaan bloeien is dat voor mij een teken om de eerste uitbreiding aan mijn bijenvolken te geven.

Wil je ook zelf een drachtkalender maken? Bestel dan eerst eenvoudig en veilig het boek Bienenweide van Günther Pritsch bij Bol.comIn het boek van Pritsch vindt je meer dan 200 drachtplanten, waarde als stuifmeel- of nectarbron, bloeitijden en duidelijke foto’s om ze in het veld te herkennen.

Succes!

Over de schrijver
Hoi, Ik ben Jeroen Vorstman. Ik werkte onder andere als bijenonderzoeker voor Wageningen University & Research, Agriterra en 8 jaar voor de Nederlandse Bijenhouders Vereniging. 25 jaar geleden begon ik met bijenhouden, maar al gauw groeide mijn hobby uit tot een professionele imkerij met meer dan 100 bijenvolken. In 2015 schreef ik het boek Bijenhouden voor iedereen. In 2022 verscheen alweer de vijfde druk en daar ben ik super trots op. In 2016 startte ik de online Bijenclub en in 2017 de eerste online imkercursus. Als Bijencoach help ik je graag op weg met het starten als imker. Naast imker ben in ecoloog met een bijzondere interesse in sociale insecten. Verder ben ik trotse vader van drie zoons: Guus, Maarten en Joost. En man van mijn prachtige vrouw Dorien.
Geert van den Brand
Door

Geert van den Brand

op 03 Jun 2017

Hoi Jeroen het is ook belangrijk om de neerslag in de gaten te houden hier in Udenhout is het op den ogenblik heel droog . Dat zal ook invloed hebben op de nektar ? Vr gr Geert

ing. Jeroen Vorstman
Door

ing. Jeroen Vorstman

op 04 Jun 2017

Hoi Geert, bedankt voor je reactie! Neerslag en bodem zijn zeker factoren om rekening mee te houden. Bijvoorbeeld Lindes op laag gelegen kleigronden geven wel nectar, ook als het heel droog is, terwijl een lindes op hoge zandgronden dan geen nectar geven.

Roy Hars
Door

Roy Hars

op 04 Aug 2018

Ken je de verspreidingsatlas https://www.verspreidingsatlas.nl/vaatplanten. Hier wordt de geregistreerd welke planten er binnen een gebied aanwezig zijn. Tevens in sommige gevallen de bloei periode. Helaas (nog) niet of het dracht planten zijn.

Jeroen Vorstman
Reactie plaatsen